Waarborgen en bevorderen van een gezonde en veilige fysieke leefomgeving
Een gezonde en veilige leefomgeving, die door de inwoners van Nederland ook als zodanig wordt ervaren, is van nationaal belang. Daarbij wordt voor de gezonde leefomgeving onderscheid gemaakt tussen het beschermen van de gezondheid door een goede milieukwaliteit en het bevorderen van een gezonde leefstijl door een gezond ingerichte leefomgeving (al dan niet tijdelijk, om daar waar door inrichting effecten te bereiken zijn, deze mogelijk te maken). Er moet in Nederland ten minste voldaan worden aan geldende milieunormen. Het kabinet streeft echter naar permanente verbetering, ook als die normen zijn gehaald, bijvoorbeeld wat betreft luchtkwaliteit. Daarbij is het nodig dat verkeers-, milieu-, omgevingsveiligheids-, fysieke veiligheids- en gezondheidsrisico’s beheersbaar en het liefst te voorkomen zijn en dat nieuwe risico’s en gevaren voor de gezondheid tijdig gesignaleerd en aangepakt worden. Negatieve omgevingseffecten op onze gezondheid worden naar een verwaarloosbaar laag niveau gebracht en onze leefomgeving wordt op gezond gedrag ingericht.
Nieuwe productieprocessen, infrastructuur, installaties, transporten en producten moeten daarbij inherent veilig zijn (safe-by-design). Om een gezonde en veilige fysieke leefomgeving te kunnen bereiken en behouden, is een goede kwaliteit van lucht, bodem en water en voldoende natuur noodzakelijk. Een draagkrachtige bodem en goed functionerend bodemwatersysteem is ook in het stedelijk en landelijk gebied van belang, mede met het oog op het verminderen van de bodemdaling. De (beheers)kosten om de effecten van bodemdaling tegen te gaan, maken ingrijpen (op termijn) noodzakelijk. Daarnaast is een duurzaam, efficiënt en veilig gebruik van de ondergrond van belang, waarbij benutten en beschermen met elkaar in balans zijn. Voor een groot aantal maatschappelijke opgaven in stedelijk en landelijk gebied wordt een beroep gedaan op de ondergrond of moet rekening worden gehouden met de mogelijkheden en beperkingen van de ondergrond. Driedimensionale ordening, waarbij ondergrond en bovengrond in samenhang worden bezien en een benadering waarbij rekening wordt gehouden met het functioneren van bodem en ondergrond als natuurlijk systeem, staan daarbij centraal. De draagkracht van de bodem en de waterhuishouding zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Overheden maken hierbij gebruik van de Basisregistratie Ondergrond.
Ook moeten hinder en risico’s van onder andere chemische stoffen, straling, trillingen en geluid beheerst of nog liever voorkomen worden. Lucht, land en water (of het nu om natuur, landelijk of stedelijk gebied (inclusief verkeersaders) gaat) moeten zo goed van kwaliteit zijn, dat de risico’s voor mens en milieu als gevolg van menselijke activiteiten verwaarloosbaar zijn. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, ook bij klimaatadaptatie, wordt rekening gehouden met het zo veel als mogelijk voorkómen van risico’s op infectieziekten vanuit de leefomgeving veroorzaakt door bijvoorbeeld ratten, teken en muggen.
Daarnaast verleidt een gezond ingerichte leefomgeving mensen tot gezond gedrag en voelen mensen zich er prettig (welbevinden). Belangrijke elementen voor een gezonde leefomgeving zijn: uitnodigen tot bewegen (wandelen, fietsen, sporten, spelen), elkaar ontmoeten en ontspannen. Hierbij hoort ook het stelsel van recreatieve fiets-, wandel- en vaarnetwerken (zie kaart ’Landelijk fiets-, wandel- en toervaartnetwerk’ in de Toelichting). Toegankelijkheid van water (bijvoorbeeld voor sportvisserij) is van belang voor ontspanning. Om de risico’s op overgewicht te verminderen is het van belang dat het aanbod van voedsel op verschillende plekken (bijvoorbeeld in de buurt van scholen) gezonder wordt. Zo kan de leefomgeving bijdragen aan vermindering van overgewicht, verlaging van de bloeddruk en meer mentale gezondheid. De leefomgeving kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vergroten van het gezondheidspotentieel van kwetsbare groepen. Een gezond ingerichte leefomgeving kan daarnaast vaak gecombineerd worden met andere functies, zoals klimaatadaptatie (meer groen en blauw) en actieve mobiliteit.
Toelichting nationaal belang
Opgave
Milieufactoren als luchtvervuiling en ook ongezond gedrag veroorzaken nog steeds gezondheidsschade. Door het intensievere gebruik en de verwachte groei van de steden zal vooral de druk van luchtverontreiniging en geluidsoverlast op de gezondheid toenemen. Voorkomen moet worden dat dit leidt tot opvulling van milieunormen. De opgave is de veiligheid en gezondheid van onze leefomgeving zodanig te verbeteren dat in 2050 negatieve omgevingseffecten op onze gezondheid naar een verwaarloosbaar laag niveau zijn gebracht. Daarnaast streeft het Kabinet ernaar om in 2030 te voldoen aan de huidige WHO-advieswaarden. Daarvoor is het essentieel dat het fysiek-ruimtelijk domein samenwerkt met het sociaal gezondheidsdomein. Ook het tot een verwaarloosbaar niveau terugbrengen van omgevingsrisico’s als gevolg van industriële activiteiten en transport (omgevingsveiligheid) is onderdeel van de opgave. De groei van economie en bevolking verkleint de ruimte voor risicovolle activiteiten, terwijl tegelijkertijd door economische ontwikkelingen en veranderingen in onze energievoorziening, het aantal bronnen van onveiligheid kan toenemen.
Bodemdaling is een fenomeen dat optreedt in veen- en kleigebieden, onder andere als gevolg van het ontwateren van polders. Het optreden van bodemdaling in stedelijke en landelijke gebieden vergroot de opgaven voor een vitaal platteland, voor landbouw, natuur, energie en klimaat, voor woningbouw, waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit en voor het behoud van cultureel erfgoed. Bodemdaling moet daarom aanzienlijk verminderd worden.
In de Toelichting zijn de opgaven voor de verschillende aspecten van dit nationaal belang nader gespecificeerd.
Toelichting opgaven en kaarten
Rijksrol
Het Rijk is systeemverantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van de burgers en resultaatverantwoordelijk voor de kwaliteit van lucht, bodem en water. Ook is het Rijk verantwoordelijk voor het waarborgen van een goede leefomgevingskwaliteit en voor het tegengaan van hinder en risico’s van onder andere industriële activiteiten, chemische stoffen en het vervoer daarvan, straling en geluid. Internationale en nationale wetgeving vormen daarvoor de basis. Alle omgevingsvisies moeten op grond van de Omgevingswet rekening houden met de milieubeginselen: voorzorg, preventief handelen, bronbestrijding, ‘de vervuiler betaalt’, ‘voorkomen is beter dan saneren’, het meenemen in besluitvorming van de cumulatie van risico’s voor mens en milieu, het toepassen van het voorzorgsprincipe bij nieuwe, nog onzekere risico’s voor mens en milieu, en zorgen voor transparante afweging bij besluitvorming. Voor een gezondheidbevorderende inrichting van de leefomgeving stimuleert het Rijk de kennisontwikkeling en samenwerking die nodig zijn om dit te realiseren. Om te zorgen dat Nederland aan de internationale afspraken waaronder de EU-afspraken op dit gebied gaat voldoen, regisseert en stimuleert het Rijk en voert het ook zelf maatregelen door. Het Rijk regisseert een programmatische aanpak van maatregelen tot 2050 voor de realisatie van toekomstbestendige grote wateren met hoogwaardige natuur die goed samengaat met een krachtige economie. Het aanpakken van de bodemdaling is een opgave die raakt aan verantwoordelijkheden en taken van het Rijk, decentrale overheden en private partijen zoals eigenaren van gebouwen en infrastructuur.