Bestaand en nieuw rijksbeleid en de Nationale Omgevingsvisie
De NOVI bevat de hoofdzaken van het beleid voor de fysieke leefomgeving. Uit de Omgevingswet volgt dat al het strategische beleid uit de bestaande[1] beleidsdocumenten, met en zonder wettelijke grondslag, én het nieuwe strategische beleid op het beleidsterrein van de fysieke leefomgeving wordt opgenomen in de NOVI. Het gaat om het strategisch beleid, omdat de NOVI een visie is en de hoofdzaken bevat van het beleid voor de fysieke leefomgeving (artikel 3.2 Omgevingswet).
De Memorie van Toelichting (MvT) bij de Omgevingswet[2] verwijst naar zogenoemde strategische delen: “Het instrument (omgevingsvisie, red.) komt in de plaats van gebiedsdekkende structuurvisies, de relevante delen van de natuurvisie, verkeers- en vervoerplannen, strategische gedeelten van nationale en provinciale waterplannen en milieubeleidsplannen (pag. 51)”.
Het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4, 2001) en de Rijksnatuurvisie 2014 gaan op in en worden vervangen door de NOVI en het bijbehorende Nationaal Milieubeleidskader. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vervalt geheel, behalve paragraaf 4.9 Caribisch Nederland en Caribische Exclusieve Economische Zone. De NOVI geldt verder als wijziging van enkele onderdelen van het Nationaal Waterplan 2016-2021 (NWP) op grond van de Waterwet.
De delen van verplichte plannen die hun werking behouden, worden gelezen in het licht van de in werking getreden NOVI. Het gaat dan om delen van de volgende plannen:
- Rijksnatuurvisie 2014[3]
- Nationaal Waterplan (NWP) 2016-2021[4]
- Bijlage 6, Essentiële onderdelen Nota Mobiliteit van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)[5]
- Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP)[6].
Daarnaast is er de Structuurvisie Bodem en Ondergrond (STRONG[7]). Deze gaat niet op in de NOVI, maar wordt vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet (op basis van een gelijkstellingsbepaling) van rechtswege omgezet in een programma: Programma ondergrond.
- Opmerking bij 1) Rijksnatuurvisie 2014
De Rijksnatuurvisie gaat voor wat betreft de strategische ruimtelijke aspecten op in de NOVI, maar blijft in stand voor wat betreft de beleidsmatige aandacht voor de maatschappelijke waarde van natuur en biodiversiteit.
- Opmerking bij 2) Nationaal Waterplan 2016-2021
De strategische delen van het nationale waterbeleid (zoals opgenomen in het NWP 2016-2021) en de daartoe behorende aspecten van het nationale ruimtelijke beleid zijn ook onderdeel van de NOVI. Het NWP blijft, na het in werking treden van de NOVI, van kracht tot inwerkingtreding van de Omgevingswet, omdat de Waterwet vereist dat er een nationaal waterplan is dat de hoofdlijnen bevat van het nationale waterbeleid en de daartoe behorende aspecten van het nationale ruimtelijke beleid. Voor zover de NOVI deze hoofdlijnen wijzigt, geldt de NOVI tevens als wijziging van het NWP op grond van de Waterwet. De strategische delen van het nationale waterbeleid en de daartoe behorende aspecten van het nationale ruimtelijke beleid zijn na in werking treding van de NOVI dus te vinden in de NOVI en het NWP. De juridische status van het NWP is na de inwerkingtreding van de Omgevingswet van rechtswege die van programma onder de Omgevingswet[8].
- Opmerking bij 3) Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
De SVIR5 (beleid) gaat geheel op in de NOVI, behalve enkele onderdelen van bijlage 6, ‘Essentiële onderdelen Nota Mobiliteit’.
- Opmerking 4) Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4)
Sinds het verschijnen van het NMP4 is het milieubeleid, zowel qua instrumentarium (wetgeving, normstelling, et cetera) als qua maatschappelijk probleem, verder geconcretiseerd en uitgewerkt in een groot aantal (milieu)beleidsdocumenten. Het NMP4 en deze bestaande beleidsdocumenten (met en zonder wettelijke grondslag) gaan voor wat betreft de strategische ruimtelijke aspecten op in de NOVI. Ze blijven na de inwerkingtreding van de NOVI gelden voor die beleidsonderdelen en beleidsaspecten die niet specifiek ingaan op de hoofdlijnen van de ruimtelijke aspecten van het milieubeleid. In het aan de NOVI gerelateerde Nationaal Milieubeleidskader[9] benoemt het kabinet een aantal bouwstenen die nodig zijn om de ambities uit de NOVI op het gebied van milieu nader vorm te geven en uit te werken.
De status van strategisch beleid en niet-strategisch beleid in bestaande beleidsdocumenten
Na de vaststelling van de NOVI staan belangrijke beleidsbeslissingen, beleidskeuzes en -uitgangspunten niet alleen in de NOVI, maar soms ook nog in bestaande beleidsdocumenten. In veel gevallen zullen alleen de hoofdlijnen van bestaand strategisch beleid in de NOVI zijn opgenomen. De concretisering en uitwerking daarvan, ofwel het niet-strategische beleid, staat nog steeds in het bestaande beleidsdocument. Als voorbeeld kan worden gewezen op de uitwerking van het hiervoor al genoemde Nationaal Milieubleidsplan. Al deze bestaande beleidsdocumenten (met en zonder wettelijke grondslag) blijven gelden na inwerkingtreding van de Omgevingswet, en het Rijk blijft daaraan nog steeds gebonden[10].
Toelichting sluiten