Realiseren van een goede leefomgevingskwaliteit
Een goede omgevingskwaliteit is onderdeel van de centrale doelstelling van de Omgevingswet en als zodanig van nationaal belang. Dit gaat om het belang van cultureel erfgoed, architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en kwaliteit van natuur en landschap. Het gaat daarnaast ook om de menselijke beleving van de fysieke leefomgeving, de effecten die de omgeving heeft op mensen, en om de intrinsieke waarden die de maatschappij toekent aan de identiteit van gebieden en aan dier- en plantsoorten. De in de NOVI gehanteerde term leefomgevingskwaliteit omvat zowel de ruimtelijke kwaliteit als de milieukwaliteit van de fysieke leefomgeving. Onder ruimtelijke kwaliteit komen de gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde samen. Milieukwaliteit heeft betrekking op waarden die wij toekennen aan een gezonde en veilige woon-, werk- en leefomgeving. Het gaat dan om concrete onderwerpen als luchtkwaliteit, geluidhinder, stank, omgevingsveiligheid, bodem- en waterkwaliteit. Ook sociale samenhang en economische vitaliteit zijn onderdeel van een te realiseren goede leefomgevingskwaliteit. Het concretiseren en operationeel maken van deze kwaliteit gebeurt bij daadwerkelijke ruimtelijke ingrepen.
Toelichting Nationaal Belang
Opgave
De opgave is het realiseren van een goede leefomgevingskwaliteit. De huidige leefomgevingskwaliteit is bovengemiddeld goed (relatief, afgezet tegen internationale standaarden of normen) doordat met behulp van wet- en regelgeving in vrijwel heel Nederland een basisbeschermingsniveau voor milieukwaliteit is gerealiseerd. Toch liggen er nog belangrijke uitdagingen om de leefomgevingskwaliteit te verbeteren. Immers luchtverontreiniging is ook bij het basisbeschermingsniveau schadelijk voor de gezondheid. Maar ook medicijnresten in water, het risico op incidenten bij bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen, of het omgaan met de vooralsnog onbekende milieurisico’s van bijvoorbeeld nanomaterialen vragen om een actieve en ambitieuze aanpak. Ontwikkelingen, zoals de toename van woningen, bedrijfsruimten en kantoren, infrastructuur, energieopwekking en -opslag, water en recreatie, vragen ruimte, zowel boven- als ondergronds, beïnvloeden de leefomgevingskwaliteit en daarmee aspecten als veiligheid, (sociale) leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, landschap, natuur en biodiversiteit en gezondheid. Indachtig de door Nederland ondertekende Verklaring van Davos[1] is de opgave ontwikkeling samen te laten gaan met versterking van te beschermen waarden als cultuur, landschap, gezondheid of milieukwaliteit: ontwikkeling en kwaliteit van de leefomgeving zijn twee kanten van dezelfde medaille. De opgave is tevens om afwenteling op toekomstige generaties te voorkomen.
Toelichting Opgave
Rijksrol
Het Rijk is verantwoordelijk voor een goed stelsel van omgevingsrecht, inclusief de zorg voor zorgvuldige en transparante besluiten, de ondersteuning van kennisontwikkeling en de inzet van ruimtelijk ontwerp(end onderzoek). De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de realisatie van een goede leefomgevingskwaliteit en stimuleert met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap monitoring (OCW), ontwerpkracht en goed opdrachtgeverschap. De minister van OCW is naast (mede)verantwoordelijk voor het architectuurbeleid ook stelselverantwoordelijk voor het behoud van cultureel erfgoed en werelderfgoed.