Waarborgen van een goede waterkwaliteit, duurzame drinkwatervoorziening en voldoende beschikbaarheid van zoetwater.
Het is van nationaal belang dat voldoende zoetwater van goede kwaliteit (in de vorm van oppervlakte- en grondwater) beschikbaar is voor maatschappelijke en economische functies (drinkwater, landbouw en verwerking en industriële processen, scheepvaart, natuur, en dergelijke), ook op lange termijn. Cruciale gebruiksfuncties worden in perioden van watertekort beschermd volgens de wettelijk vastgelegde verdringingsreeks. In perioden van overschot is het van groot belang om - zonder daarbij overlast te veroorzaken - water zo lang mogelijk vast te houden en grondwatervoorraden aan te vullen. Naast voldoende (grond)water is het van nationaal belang dat we in Nederland een goede waterkwaliteit (oppervlakte- en grondwater) behouden en realiseren. Een goede waterkwaliteit is nodig om het water te kunnen inzetten voor verschillende gebruiksfuncties, inclusief de ontwikkeling van natuur en biodiversiteit. Europese richtlijnen (zoals de KRW[1], KRM[2] en Natura 2000) dragen hier in belangrijke mate aan bij. Drinkwater is een eerste levensbehoefte en een duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening is dan ook van nationaal belang. Behalve de beschikbaarheid van voldoende zoetwater en de kwaliteit van de drinkwaterbronnen moet ook de kwaliteit en leveringszekerheid van het drinkwater zelf worden gewaarborgd.
Toelichting nationaal belang
Opgave
De natuurlijke beschikbaarheid van voldoende water neemt op de lange termijn af, waardoor meer zoetwatertekorten kunnen ontstaan. De droge zomers van 2018 en 2019 en het droge voorjaar van 2020 laten zien wat dit kan betekenen. Tevens neemt de watervraag vanuit gebruikers zoals de landbouw en de natuur op veel plaatsen toe. Naar verwachting zal zich tot 2050 ook een sterke groei van de drinkwatervraag voordoen. Het overkoepelende doel is dat Nederland in 2050 weerbaar is tegen zoetwatertekorten. De opgave bestaat uit bevorderen van de waterbeschikbaarheid. Dat gebeurt door het in stand houden en bevorderen van een gezond en evenwichtig (grond-)watersysteem, door cruciale gebruiksfuncties te beschermen en het beschikbare water effectief en zuinig te gebruiken. Daarnaast gaat het om bescherming van de huidige drinkwaterbronnen en het aanwijzen van aanvullende strategische voorraden en nationale grondwaterreserves om ook op de lange termijn aan de vraag naar drinkwater te voldoen. De opgave is dat in 2027 voldoende maatregelen zijn genomen om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te behalen. De doelen uit de KRW voor de chemische waterkwaliteit en voor biologische parameters, zoals waterplanten en vissen, zullen in 2027 waarschijnlijk nog niet overal worden gehaald. De maatregelen die komende jaren in het kader van de Programmatische Aanpak Grote Wateren worden uitgewerkt en uitgevoerd, zijn gericht op het verbeteren van de (ecologische) waterkwaliteit en natuur in en om de grote wateren. Daarmee wordt bijgedragen aan het alsnog behalen van de doelen op iets langere termijn. Ontwatering en droogtegevoeligheid van slappe bodems leidt tot verdere bodemdaling en waterkwaliteitsproblemen. Om die reden is ook voor dit nationaal belang verminderen van de bodemdaling een opgave.
Toelichting opgave en kaarten
Rijksrol
Het Rijk is systeemverantwoordelijk voor de drinkwater- en zoetwatervoorziening en de waterkwaliteit. Alle bestuurslagen hebben daarbinnen de verantwoordelijkheid voor het realiseren van hun eigen taken. Het Rijk stimuleert met financiële middelen en kennisontwikkeling. Daarnaast heeft het Rijk de resultaatverantwoordelijkheid voor het eigen hoofdwatersysteem, dat door Rijkswaterstaat wordt beheerd.