Waarborgen van de waterveiligheid en de klimaatbestendigheid (inclusief vitale infrastructuur voor water en mobiliteit)
Dit nationaal belang kent de volgende elementen:
Waterveiligheid
Het is van nationaal belang om de waterveiligheid te waarborgen. De veiligheid komt tot stand door inzet op de drie lagen van meerlaagsveiligheid: inzet op het voorkomen van een overstroming door sterke dijken, dammen en duinen (preventie) én het beperken van de gevolgen van een overstroming via waterrobuuste ruimtelijke inrichting en crisisbeheersing (evacuatie, rampenplannen). Bij het realiseren van waterveiligheid staat preventie voorop, door primaire keringen, waaronder duinen en stormvloedkeringen, te onderhouden en te versterken, rivierverruimende maatregelen te nemen en zandsuppleties in het kustfundament uit te voeren. Het is van nationaal belang dat er voldoende ruimte is voor zandwinning voor de kust- en waterveiligheid (inclusief de toekomstige versterking van waterkeringen). Het is tevens van nationaal belang dat er in de omgeving van waterkeringen voldoende ruimte is om toekomstige versterkingen van waterkeringen mogelijk te maken. Het beleid is erop gericht dat in 2050 voor iedereen achter een primaire kering de kans op overlijden door een overstroming gelijk aan of kleiner is dan 1:100.000 per jaar. Extra bescherming wordt geboden op plaatsen waar kans is op grote groepen slachtoffers en/of grote economische schade en/of ernstige schade door uitval van vitale en kwetsbare infrastructuur van nationaal belang.
Toelichting nationaal belang
Opgave
In Nederland kunnen een snellere zeespiegelstijging, hogere rivierafvoeren, intensivering van neerslagpieken en grotere kans op extreme warme en droge periodes extra risico’s opleveren voor de waterveiligheid, mede met het oog op mogelijke ontwikkelingen na 2050. De bodemdaling in Nederland vergroot dit risico. De opgave bestaat uit:
- Het onderhouden, versterken en het reserveren van voldoende ruimte voor primaire keringen, duinen, het kustfundament en stormvloedkeringen om overstromingen te voorkomen. Het streven is dat in 2050 alle primaire keringen aan de nieuwe normen voldoen;
- Het reserveren van voldoende ruimte voor zandwinning voor het behoud van het kustfundament en waterveiligheid;
- Het behouden en reserveren van voldoende ruimte voor de rivier en rivierverruimende maatregelen;
- Het beperken van de gevolgen van overstromingen via een slimme ruimtelijke inrichting en goede rampenbeheersing.
Toelichting opgave en kaart
Rijksrol
Het Rijk is systeemverantwoordelijk voor waterveiligheid, kader- en normstellend voor het voorkomen van overstromingen en voor crisisbeheersing. Met de waterschappen werkt het Rijk in het Hoogwaterbeschermingsprogramma[1] aan de versterking van primaire keringen.
Klimaatbestendigheid en waterrobuustheid
De beperking van CO2-uitstoot zal niet alle klimaatverandering voorkomen. Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert risico’s op voor onze economie, gezondheid en veiligheid die ontstaan door zeespiegelstijging en toenemende neerslagintensiteit en periodes van droogte als gevolg van klimaatverandering. Ook levert het risico’s op voor een veerkrachtige biodiversiteit. Het proces van bodemdaling heeft bovendien ook nog invloed op (de kosten voor) het peilbeheer en het cultureel erfgoed in de bodem.
Het is van nationaal belang dat Nederland zich aanpast aan deze veranderingen, ook met het oog op de periode na 2050. Hoewel het tempo met onzekerheid omgeven is, zetten klimaatverandering en zeespiegelstijging ook na 2050 door. Als we niets doen dan is het gevolg een grotere kans op overstromingen, wateroverlast, hittestress en droogte. Een klimaatbestendig Nederland is ingericht op deze gevolgen van klimaatverandering, inclusief zeespiegelstijging en bodemdaling. In veel gevallen zal klimaatadaptatie invloed hebben op het ruimtegebruik van andere functies en opgaven.
Opgave
De opgave is onze leefomgeving aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering en te zorgen dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht, mede met het oog op verwachte ontwikkelingen na 2050. Onderdeel is de opvang van extreme regenval en hitte in verstedelijkt gebied.
Rijksrol
Het Rijk heeft de resultaatverantwoordelijkheid voor het klimaatbestendig maken van de eigen gebouwen en infrastructuur, zoals de rijkswegen en voor de nationale vitale en kwetsbare functies. In het Deltaplan ruimtelijke adaptatie[2] en met (het uitvoeringsprogramma van) de Nationale Klimaatadaptatie Strategie[3] en het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie[4] hebben Rijk en medeoverheden afspraken gemaakt over de wijze waarop de doelstellingen worden gerealiseerd. Veelal zijn medeoverheden en private partijen degenen die maatregelen in de praktijk brengen. Het Rijk stimuleert dat met financiële middelen en kennisontwikkeling