Zorg dragen voor een woningvoorraad die aansluit op de woonbehoeften
De opgave is aansluitend op de woonbehoefte (met name in en bij de stedelijke regio’s) tussen 2020 en 2035 circa 1,1 miljoen woningen toe te voegen aan de woningvoorraad en een goede kwaliteit van de woningvoorraad in regio’s met bevolkingsdaling te behouden. Daarnaast is er een opgave de gebouwde omgeving in 2050 CO₂-arm, klimaatbestendig en natuurinclusief te maken.
Het huidige woningtekort en de toename van het aantal inwoners en huishoudens vraagt een groei van de woningvoorraad met circa 1,1 miljoen woningen tussen 2019 en 2035[1]. Omdat ook woningen gesloopt en vervangen moeten worden, betekent dit dat er meer dan 1,1 miljoen woningen moeten worden gebouwd en/of via transformatie tot stand moeten komen om de toename in de behoefte op te vangen en het woningtekort terug te dringen. Dit betekent dat, richting het eind van dit decennium, de woningbouwproductie naar een piek van 90.000 tot 100.000 woningen per jaar zal moeten groeien[2]. De kaarten ‘Ontwikkeling van de woningbehoefte’ geven een beeld van het huidige woningtekort als percentage van de voorraad en de ontwikkeling van de regionale woningbehoefte tussen 2020-2030, 2030-2040 en 2040-2050. In de kaarten zijn de uitkomsten van de trendprognose opgenomen. Demografische prognoses kennen onzekerheden, onderzekerheden nemen toe naarmate naarmate de uitkomsten van de prognose verder weg liggen.
In bijna alle regio’s groeit de woningbehoefte tot 2030. Daarna vlakt de toename van de woningbehoefte af en in sommige regio’s neemt de woningbehoefte af.
De benodigde groei van de woningvoorraad zal vooral plaats vinden in de grotere stedelijke regio’s (in heel Nederland, zowel binnen als buiten de Randstad). Ruim de helft van de groei landt in de Metropoolregio Amsterdam, de Metropoolregio Eindhoven, de U10 – Regio Utrecht, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de gemeente Groningen. De regionale differentiatie in vraag naar woningtypen en woonmilieus is groot. In enkele regio’s zal naar verwachting bevolkingsdaling plaatsvinden. In deze regio’s speelt de opgave om met sloop en ombouw van bestaande woningen aan de veranderende kwalitatieve vraag te voldoen, prominenter dan het toevoegen van woningen aan de woningvoorraad.
Overigens gaat het nadrukkelijk niet alleen om een kwantitatieve opgave. Demografische ontwikkelingen (vergrijzing, huishoudenverdunning, immigratie en asiel), nieuwe keuzes rond verduurzaming en ontwikkelingen in de zorg(behoefte) hebben onder andere ook belangrijke invloed op de woonbehoefte.
De toekomstige nieuwbouwwoningen zullen zeer energiezuinig moeten zijn. Toekomstige nieuwbouwwoningen worden steeds energiezuiniger. De bouwregelgeving kent nu al energieprestatie-eisen. Vanaf 2021 worden deze in het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving vervangen door de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG-eisen). Daarnaast volgt uit een verandering van de gaswet per 1 juli 2018 en afspraken in het Klimaatakkoord dat steeds meer woningen niet meer van een aardgasaansluiting worden voorzien.

In de toelichting gebruiken we drie typen kaarten:
- Kaarten die de huidige situatie van een nationaal belang beschrijven;
- Kaarten die de opgave bij een nationaal belang beschrijven;
- Kaarten die de verantwoordelijkheid van het Rijk weergeven.
Het aantal en type kaarten per nationaal belang verschilt sterk. Bij enkele nationale belangen is noch de huidige situatie, noch de opgave, noch de rijksverantwoordelijkheid verbeeld, omdat de inhoud van het nationaal belang zich daar niet voor leent, zoals het geval is bij het nationaal belang ‘het bevorderen van een duurzame ontwikkeling’. Enkele nationale belangen zijn dermate breed dat voor deelonderwerpen aparte kaarten zijn gemaakt, zoals het geval is bij het nationale belang waarborgen en bevorderen van een gezonde en veilige leefomgeving. Bij enkele nationale belangen is slechts een van de drie typen opgenomen, bij enkele zijn alle drie de typen te vinden.
Toelichting sluiten